Windmolenaar wordt voorzitter Windunie

Ton Kempenaar geeft na tien jaar in het bestuur, waarvan acht jaar als voorzitter, de voorzittershamer van coöperatie Windunie aan Cor de Graaf. Na twee termijnen was Kempenaar niet meer herkiesbaar: ‘Windunie heeft de laatste jaren een enorme ontwikkeling doorgemaakt, en in die woelige jaren heb ik de stabiliteit in het oog gehouden. Het is nu tijd dat iemand anders de koers gaat bepalen.’

Tijdens het voorzitterschap van Ton Kempenaar is niet alleen de betekenis van de coöperatie en de omvang van de organisatie, maar ook de positie van windenergie enorm veranderd. ‘Toen ik aantrad, waren we uitsluitend bezig met de belangen van de solitaire molenaars, ook in het geweld van de geliberaliseerde energiemarkt. Nu proberen we een antwoord te vinden op de lage stroomprijzen maar zijn we met name ook bezig met een toekomst waarin vooral grote windparken een rol spelen.’

Het vijf jaar geleden opgerichte Windunie Development ondersteunt particuliere windmolenaars bij opschaling en treedt op als adviseur van initiatiefnemers die in eigen beheer windparken willen ontwikkelen. ‘Want daar is niks aan veranderd: wij geloven dat de energietransitie alleen slaagt als windenergie in lokaal eigendom wordt ontwikkeld en geproduceerd.’ Windunie kan enkele burgercoöperaties rekenen tot haar leden, het gros bestaat uit agrariërs.

Cor de Graaf is een van hen. Hij heeft zelf een molen tussen zijn tulpenbollen staan, en was al eerder voorzitter van de VWNH (Vereniging Windturbine-eigenaren Noord Holland), de organisatie die aan de basis ligt van de oprichting van Windunie in 2001. De Graaf is inmiddels ruim twee jaar bestuurslid en ziet genoeg kansen voor Windunie: ‘Ik voorzie geen radicale koerswijziging want we hebben vorig jaar gezamenlijk een meerjarenbeleidsplan gemaakt, waarover de hele organisatie het eens is. Windenergie produceren en ontwikkelen met de opbrengst in de regio, is waar wij voor staan. Als we dat goed invullen en uitdragen, zullen we ook meer medestanders krijgen in die omgeving.’